Hogere kosten voor energie, een hogere liberalisatiegrens, geïndexeerde grenzen voor de toewijzing van sociale huurwoningen en de huurtoeslag. Er veranderen dit jaar weer veel dingen die van invloed zijn op jouw portemonnee. Maar wat verandert er precies als je een woning wil huren in 2019?
Wat kost een sociale huurwoning in 2019?
Verhuis je in 2019 naar een sociale huurwoning? Dan mag de kale huur van die woning niet hoger zijn dan €720,42. Dit is de nieuwe liberalisatiegrens voor 2019. Voor het eerst in de afgelopen vijf jaar is de liberalisatiegrens omhooggegaan.
Als je een inkomen hebt wat recht geeft op huurtoeslag en je gaat in 2019 bij een woningcorporatie een woning huren, dan zal de huur van je nieuwe woning waarschijnlijk niet hoger zijn dan €651,03. Dit komt doordat de corporaties ook in 2019 passend moeten toewijzen. Hierdoor wordt moet minstens 95% van de woningen die zij toewijzen, aan huishoudens met een laag inkomen, een kale huur hebben onder de aftoppingsgrenzen. Een huur die hoger is mag alleen in uitzonderingsgevallen.
Wat is de inkomenseis voor een sociale huurwoning?
Als je een jaarinkomen hebt dat lager is dan €38.035,- maak je het meeste kans om een sociale huurwoning te krijgen. Verdien je iets meer dan maak je nog steeds een goede kans op een huurwoning, maar als je inkomen hoger is dan €42.436,- kun je alleen bij uitzondering een sociale woning huren. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer je moet verhuizen vanwege sloop van je huidige woning, of als je vanwege een beperking moeilijk aan een geschikte woning komt.
In 2019 zijn er een aantal regels waaraan de woningcorporaties zich moeten houden:
– Minimaal 80% van de vrijkomende woningen met een huurprijs tot €720,42 moet worden toegewezen aan huishoudens met een jaarinkomen tot €38.035,-
– Maximaal 10% van de woningen met een huurprijs tot €720,42 mag worden toegewezen aan huishoudens met een jaarinkomen tussen €38.035 en €42.436.
– Voor de resterende 10% van de woningen geldt geen inkomensgrens.
Deze regels gelden niet voor commerciële verhuurders zoals particuliere huisbazen.
Met welk inkomen heb je recht op toeslag?
Het maximale jaarinkomen dat je mag hebben om huurtoeslag te kunnen krijgen veranderd ieder jaar. De afgelopen jaren is het maximale inkomen voor huurtoeslag steeds iets omhooggegaan. Voor 2019 zijn de nieuwe bedragen:
– €22.700,- voor alleenstaanden
– €30.825 voor meerpersoonshuishoudens
Bij meerpersoonshuishoudens geldt het volgende: Heb jij of je huisgenoot al AOW? Dan is het maximumbedrag €25,- lager.
Niet alleen het inkomen maar ook je vermogen telt mee. Op 1 januari 2019 mag je vermogen niet meer zijn dan €30.360,- per persoon. Als je op 1 januari 2019 meer vermogen had, dan heb je in 2019 geen recht op huurtoeslag.
Hoeveel huurtoeslag kun je in 2019 krijgen?
Om goed te achterhalen hoeveel huurtoeslag je precies kunt krijgen is het het beste om een proefberekening te maken. De huurtoeslag is een ingewikkelde regeling met veel verschillende normen. Voor 2019 is er het een en ander veranderd. Hieronder staan de grensbedragen voor 2019:
– Basishuur – vanaf €228,62
– Kwaliteitskortingsgrens – €424,44
– Aftoppingsgrens – €607,46
– Huurtoeslaggrens – €720,42
Heb je een woning met een hogere rekenhuur dan de toeslaggrens? Dan is voor die woning geen huurtoeslag mogelijk. Jongeren tot 23 jaar kunnen alleen toeslag krijgen als hun rekenhuur niet hoger is dan €424,44.
De huurverhoging vanaf 1 juli 2019
De overheid stelt percentages vast voor de jaarlijkse huurverhoging. Deze huurverhoging geldt voor sociale huurwoningen. Ook voor 2019 veranderen deze percentages weer. Voor 2019 zijn de huurverhogingen:
– 4,1% voor huurder met een inkomen tot €42.436,-
– 5.6% voor huurder met een inkomen vanaf €42.436,-
Voor de meeste corporaties geldt dat de gemiddelde stijging van de huurprijzen niet hoger mag zijn dan 2,6%. Dit is inclusief de huurverhoging bij het opnieuw verhuren van een vrijgekomen woning. In 2018 is een Sociaal Huurakkoord gesloten. Dit zorgt ervoor dat de gemiddelde huurverhoging bij corporaties nog lager zal zijn.
Wat betaal je aan belasting over energie?
De meeste huurders en huiseigenaren zullen in 2019 de energierekening zien stijgen. Ook jij zult hier waarschijnlijk last van hebben. Dit komt door twee maatregelen van de overheid die op 1 januari 2019 zullen ingaan. Het gaat hierbij om hogere energiebelasting en lagere heffingskorting.
Een gemiddeld huishouden gaat ongeveer €20,- duurder uit zijn dan vorig jaar. Dit komt doordat huishoudens 3 eurocent meer energiebelasting per verbruikte kubieke meter gas gaan betalen. Daarentegen daalt de belasting over stroom met 0,72 eurocent. Hoeveel meer belasting jij gaat betalen hangt af van je verbruik in huis.
De heffingskorting gaat naar beneden. Dit is een korting op de energiebelasting, die alleen geldt voor energieaansluitingen met een verblijfsfunctie. Hiermee wordt bedoeld woningen en kantoren. De heffingskorting is een vast bedrag per jaa dat van de te betalen energiebelasting wordt afgetrokken. Voor 2019 heeft de overheid dit verlaagd van €308,54 naar €257,-.
Hoe zit het met de lokale belastingen?
Wat je kwijt bent aan lokale belastingen verschilt per gemeente. Ieder jaar wordt er door het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) in kaart gebracht wat huurders moeten betalen aan de gemeente, het waterschap en de provincie. De bedragen voor 2019 kun je vinden op de website van het COELO.